Twee inwoners rijker

DierenPark Amersfoort heeft sinds kort twee padhagedissen.

De twee reptielen leven nu samen met halsbandleguanen, woestijnleguanen en een chuckwalla. “Elke ochtend worden zij nog op een andere plek wakker. Zij zijn hun vaste rustplekje in het verblijf nog aan het zoeken”, vertelt dierverzorger Ronnie Joha. “De dieren doen het heel goed. Ik verwacht dat zij binnen een paar weken helemaal gewend zijn.”

Credits; Dierenpark Amersfoort

Het mannetje en vrouwtje leefden in het wild in Midden-Amerika. Zij werden gesmokkeld en zijn in een opvang terecht gekomen. De overheid heeft DierenPark Amersfoort toegekend om de padhagedissen in de collectie op te nemen. “Terug uitzetten in het wild is niet mogelijk, omdat de exacte locatie onbekend is. Dat zou problemen kunnen geven voor de wildpopulatie”, legt Ronnie uit. De twee padhagedissen zijn door de dierenarts nagekeken op ziektes en bacteriën. Toen zij gezond bleken en gewend waren aan het voedsel en de verzorgers, mochten zij kennismaken met de andere reptielen in het verblijf. “Zij vonden de andere dieren eerst wat spannend, maar zij zijn nu aan elkaar gewend”, vertelt Ronnie.

Credits; Dierenpark Amersfoort

“Inmiddels klimmen ze al over elkaar heen.” In het wild komen padhagedissen voor in de woestijnen van Mexico en Guatemala. Zij hebben hun naam te danken aan hun langzame manier van voortbewegen. Padden bewegen ook traag. In het wild blazen de padhagedissen zich op wanneer er gevaar dreigt. De scherpe stekels die dan goed zichtbaar zijn, schrik de vijanden af. “De padhagedissen hebben een bijzondere troef om roofdieren te weren: bij hoge stress kan er een bloedvat kapot gaan, waardoor er bloed uit de ogen spuit. Dit gebeurt ongecontroleerd. Zij hebben deze actie niet in de hand, maar het ziet er wel indrukwekkend uit”, vertelt Ronnie. De padhagedissen zijn te bewonderen in het Honderdduizend Dierenhuis in DierenPark Amersfoort.