koppel gieren Beekse Bergen adopteert jong uit andere dierentuin

Een koppel vale gieren in Safaripark Beekse Bergen heeft succesvol een jong van een andere soort geadopteerd en grootgebracht. Bijzonder is dat het ei gelegd is in Vogelpark Avifauna en vervolgens is uitgebroed in Diergaarde Blijdorp.

De Rüppellsgier wordt in het wild ernstig bedreigd. Het is belangrijk dat dierentuinen samenwerken, zo zorgen we samen voor een gezonde reservepopulatie. Diergaarde Blijdorp is de coördinator van deze ernstig bedreigde diersoort.

Meer jongen door wisseltruc en samenwerking

Om tot dit mooie resultaat te komen is er gebruik gemaakt van een natuurlijk fenomeen. Gieren leggen doorgaans één ei per seizoen, maar wanneer deze verloren gaat, legt het koppeltje vaak een tweede ei. Daarom halen de verzorgers het eerste ei weg om in de broedmachine in Diergaarde Blijdorp uit te laten komen, zodat de ouders een tweede ei leggen en de kans op meerdere jongen van deze bedreigde diersoort toeneemt.

Zodra het kuiken uitkomt wordt het enkele dagen met hand gevoerd zodat het fit en sterk is. Het jong keert terug naar de ouders en wordt het gewisseld met het tweede ei dat weer naar de broedmachine wordt gebracht. Als het tweede ei uitkomt, wordt voor dit jong geschikte pleegouders gezocht. Het pleegjong wordt doorgaans opgevoed als hun eigen jong. Door de samenwerking tussen de dierentuinen, kunnen er meer eieren worden uitgebroed en zijn er meer pleegouders beschikbaar. Diergaarde Blijdorp en Vogelpark Avifauna hebben elkaar hier vorig jaar al in gevonden en nu is deze samenwerking uitgebreid met Beekse Bergen en Dierenpark Amersfoort.

Het ei van de kleine Rüppellsgier in Beekse Bergen is gelegd in Vogelpark Avifauna en uitgebroed in de broedmachine van Diergaarde Blijdorp. Het wordt nu grootgebracht door een koppel vale gieren, een andere gierensoort. Ook in Dierenpark Amersfoort wordt een jonge Rüppellsgier, die dezelfde route heeft afgelegd, grootgebracht door een koppel vale gieren.

Dierenverzorger van Beekse Bergen Kris Jansen: “Het is hartverwarmend dat een koppel vale gieren een andere gierensoort grootbrengt. Het is belangrijk om te kijken of het gedrag van de soort, waaronder de wijze van opvoeden grotendeels overeenkomt, want anders is een succesvolle afloop niet haalbaar. De vale gier en de Rüppellsgieren zijn daarin een goede match! Het gaat goed met de pasgeborene. Het groeit als kool en krijgt al slagpennen.”  

Managementprogramma

Diergaarde Blijdorp coördineert het managementprogramma van de Rüppellsgieren. De coördinator van dit managementprogramma bepaalt samen met een commissie van experts welke dieren nakomelingen mogen krijgen en uitgewisseld moeten worden. Ook wordt bepaald naar welke dierentuin de eenmaal volgroeide gieren gaan. Hiervoor is computersoftware ontwikkelt die de genetica van de populatie analyseert. Daarnaast bepalen de experts ook het beleid voor de lange termijn.

Jansen: “We zijn erg blij dat we door middel van deze intensieve samenwerking met Diergaarde Blijdorp, Vogelpark Avifauna en Dierenpark Amersfoort bij mogen dragen aan het behoud van deze ernstig bedreigde soort.”

Bedreiging

Gieren worden in het wild ernstig bedreigd en ook de voortplanting in dierentuinen is moeizaam voor vele soorten. In Afrika leidt met name het stropen van neushoorns en olifanten tot een sterftetoename bij deze roofvogels. De stropers vergiftigen karkassen om de gieren te doden die anders hun illegale activiteiten kunnen verraden. Ze cirkelen namelijk rond boven het aas waardoor rangers de stropers makkelijk kunnen vinden.