In de Limburgse dierentuin GaiaZOO is voor het eerst met succes een vale gier uit het ei gekropen. De vale gier is een grote aaseter en behoort tot de familie van de gieren.
Het is één van de meest voorkomende gieren in Europa, Noord-Afrika en delen van Azië. Maar ondanks dat, gaat het in het wild niet zo goed met deze gierensoort. “Bedreigingen door windmolens, hoogspanningskabels en het vergiftigen van karkassen, maken de vale gier een makkelijk slachtoffer”, vertelt vogelverzorger Jack de Mos. Begin juni zag de vale gier het daglicht. Het jong zit nog een beetje verscholen, maar met een beetje geluk zie je hem/haar binnenkort rondvliegen. Vale gieren vliegen namelijk na zo’n vier maanden uit. Deze indrukwekkende vogels leven in de Taiga | Volière samen met o.a. de machtige monniksgier en de prachtig gekleurde scharrelaar.
Vorige week ontving GaiaZOO ook nog het goede nieuws dat de vogelgriepmaatregelen in deze regio zijn opgeheven. Dat betekent dat bezoekers nu weer ongehinderd foto’s maken en optimaal genieten van de vogels en het uitzicht in de Taiga | Volière.
Gieren
Vale gieren hebben een licht- tot donkerbruin verenkleed en zijn meesters van het luchtruim. Dankzij hun brede vleugels met een spanwijdte van 2.80m kunnen ze uren zweven op warme luchtstromen. Op hun schouders rust een kraag van lange veren, de kop en nek zijn bedekt met korte donsveren. Gieren zijn aaseters en hebben een belangrijke rol in het ecosysteem. Door kadavers op te ruimen helpen ze de verspreiding van ziektes te voorkomen. Vale gieren hebben een uitstekend reukvermogen en kunnen aas van grote afstand opsporen.
Samenwerking voor soortbehoud
Vale gieren worden in sommige delen van hun verspreidingsgebied bedreigd. Veranderingen in hun leefgebied, vergiftiging door het eten van besmet vlees en andere menselijke activiteiten hebben geleid tot een afname van hun populaties. Dierentuinen spelen een belangrijke rol in het behouden van diersoorten, waaronder de vale gier. De vale gieren zijn onderdeel van een Europees managementprogramma. Het EAZA Ex situ Program (EEP) is een Europees managementprogramma voor (bedreigde) diersoorten. Binnen de EEP’s wisselen EAZA dierentuinen hun dieren actief uit met elkaar. Zo kunnen we een genetisch gezonde populatie behouden. Naast een bijdrage aan het EEP, steunde het Gaia Nature Fund ook meerdere jaren de Franse natuurbeschermingsorganisatie LPO in het Verdon gebied. De bijdrage vanuit de natuurbehoudstichting van GaiaZOO kwam ten goede aan onderzoek en de uitzet van Europese gieren in veilige gebieden.
Geboortegolf
De vale gier is nu ongeveer één maand oud en zal naar verwachting vanaf circa vier maanden gaan uitvliegen. De vale gieren waren niet de enige dieren in GaiaZOO die voor nageslacht zorgden. Ook bij de siezels, ook wel Europese grondeekhoorn genoemd, zijn jongen geboren. Siezels hebben hun eigen hol onder de grond. Overdag zoeken ze bovengronds naar voedsel. Ze brengen hun jongen in het hol groot, maar inmiddels laten ze zich al goed zien.
Op het rendierenperk in de Taiga zie je ook een groep rendieren met jongen lopen. Deze dieren hebben een draagtijd van zo’n 6,5 tot 8 maanden en werpen één jong. Onlangs ontvingen we een nieuw koppeltje witgezicht saki’s en ook hier werd recent een jong geboren. Zelfs in het Doodshoofdapen| Bos, dat sinds kort weer geopend is, kun je op de rug van enkele moeders een jong spotten. In het verblijf van de grootoorvossen lopen ook een aantal jongen rond. Als deze 4 of 5 weken oud zijn, gaan ze al mee op zoek naar voedsel. De ouders helpen bij het opgraven van de insecten, maar de jongen moeten ze zelf vangen! Het mannetje en vrouwtje zorgen beiden voor de opvoeding van hun jongen.